Packaging, a poorly contained problem
Background
Verpakkingen. Wij openen er dagelijks gemiddeld zeven. Vooral de steeds maar groeiende hoeveelheid plastic verpakkingen zorgt voor een grote berg moeilijk te verwerken afval. We nemen een duik in de recycledilemma’s van afvalverwerkers.
Verpakkingen zijn nuttig, want ze zorgen ervoor dat producten veilig kunnen worden opgeslagen, getransporteerd en voor langere tijd bewaard. Dit wisten onze verre voorouders ook al. Jagers en verzamelaars gebruikten manden voor het bewaren van hun voedsel, Romeinen stenen potten en kruiken. Kruiken en manden maakten plaats voor glas, metaal, papier en karton, en sinds de jaren ‘90 zijn plastics het nummer één verpakkingsmateriaal. En hoewel de eeuwenoude voordelen nog steeds gelden, is het vooral de hoeveelheid aan verpakkingen die tegenwoordig voor problemen zorgt. Tandenborstels, cruesli, online bestelde kleding, lampen, schoenen – we omwikkelen haast alles. Zelfs ongesneden fruit komt nu in een geseald plastic bakje of zakje. Al dit materiaal moet geproduceerd en daarna weer afgebroken worden. Verbranden is de meest simpele oplossing, maar liever gaan we voor het meer duurzame recyclen. Alleen hoe?
In de ideale wereld hebben we zero waste
Verpakkingen vormen een vijfde deel, 20%, van onze afvalberg. Idealiter hergebruiken we al dit verpakkingsmateriaal. Dat wil zeggen, zorgen we dat we het scheiden, inzamelen en daarna recyclen. Op die manier blijft er zero waste over. Met glas en papier gaat dit soepel. Zo wordt ruim 90% van al het ingezamelde papier in Nederland gerecycled.* Voor de plastic materialen ligt dit ingewikkelder. Minder dan een derde van kunststofverpakkingen** is goed recyclebaar. Dat komt omdat je om te kunnen recyclen één soort, liefst schoon, plastic nodig hebt. Enerzijds bedriegt het uiterlijk van een plastic verpakking en lijkt het alsof je tegen één plastic cellofaantje, zak of bakje aankijkt, maar bestaat dat ene item uit meerdere, niet van elkaar te scheiden soorten materiaal. Anderzijds worden partijen gescheiden afval die te veel vervuiling bevatten, bijvoorbeeld door resten inhoud en vastgeplakte etiketten, afgekeurd voor recycling.
Regels, regels, regels
Kan dat niet makkelijker, gewoon één simpele plastic verpakking, zodat we wél kunnen recyclen? Nope. Verpakkingen moeten tegenwoordig aan duizend en één eisen voldoen die – helaas – de recyclebaarheid in de weg staan. Neem voedselverpakkingen. Van vleeswaren tot melk, het moet zo lang mogelijk vers blijven en in het schap kunnen liggen zonder te bederven. Daarvoor gebruiken producenten vaak een dun laagje plastic: een cellofaan om de verpakking goed af te sluiten. Denk aan het plasticfolie aan de bovenkant van vleesbeleg, hummus of roomkaas. Met cellofaan blijft het product onaangetast door bacteriën en zuurstof. Maar dit is dus óók de reden dat de verpakking niet gerecycled kan worden, omdat zo’n plasticfolietje uit verschillende lagen kunststoffen kan bestaan. Zo’n zelfde laagje vind je ook vaak aan de binnenkant van papieren- en kartonnen verpakkingen om te voorkomen dat verpakkingen gaan lekken. Denk aan koffiebekers en pizzadozen. Dat maakt dan weer dat het gedeelte karton niet kan worden hergebruikt.
Het oog wil ook wat
Nog een uitdaging bij het recyclen van verpakkingen zijn de designs. Verpakkingen zijn een communicatiemiddel geworden - een manier om de inhoud te communiceren. Producenten maken kunstige shampooflessen, chocoladewikkels, chipszakken en ijsverpakkingen die precies bij het merk passen. Prachtig. Tot het op de afvalberg belandt, als één materiaal gerecycled wordt en dan aangeboden wordt in een gemengde kleur (meestal grijs) die niet precies past bij de nieuwe producten. Grote bedrijven werken het liefst met nieuw materiaal dat ze precies kunnen bewerken zoals zij het willen. Met hergebruikt plastic is dat een stuk lastiger. Het zou daarom zo gek nog niet zijn, als marketingafdelingen een stapje terug deden om verpakkingen beter recyclebaar te maken. Dus geen grote gekleurde letters en afbeeldingen, maar eenvoud. Als we zouden accepteren dat verpakkingen eentoniger en eenvoudiger zijn, zou dat de recyclebaarheid - en het milieu - ten goede komen.
We kunnen beter scheiden
Consumenten kunnen ook nog meer doen om het percentage hergebruik van verpakkingen te verhogen. Sinds de invoering van de nieuwe inzamelstructuur, waarbij we verpakkingen apart inzamelen (PMD), is het scheidingspercentage gestegen, maar het recyclepercentage niet. Dat komt omdat afvalstromen meer dan ooit vervuild zijn. Mensen gooien rustig muffe, oude schoenen of stinkende etensresten in de plastic zak wanneer de PMD-ophaaldienst eerder langskomt dan die van het restafval of GFT. Dan zijn ze er in ieder geval vanaf. Daarnaast is het gescheiden afval vaak te vervuild met bijvoorbeeld etiketten en etensresten om gerecycled te worden. Het advies voor consumenten: begin bij het zorgvuldig scheiden. Ontdoe flessen van hun sleeve, en spoel die yoghurtbak nog een keer extra om.
Minimum hoeveelheid recyclemateriaal?
Door alle voorgenoemde obstakels – regelgeving in verband met hygiëne en veiligheid, designs in allerlei vormen en maten, onzorgvuldige scheiding – raken de stromen verpakkingsmateriaal vervuild. Het kost de afvalbranche hierdoor veel moeite, tijd en geld om de bestaande materialen opnieuw gebruiksklaar te maken. Als dat gelukt is, heb je bovendien te maken met een basismateriaal dat niet zo piekfijn is als nieuw materiaal én virgin is goedkoper te gebruiken voor productieverwerking. Dat maakt dat de afzetmarkt voor gerecycled materiaal klein blijft. Om recycling rendabel te maken voor de afvalverwerker, is regelgeving met betrekking tot de hoeveelheid recyclemateriaal in verpakkingen essentieel: wanneer producenten verplicht worden om minstens 55% van hun verpakkingen uit gerecycled materiaal te maken, ontstaat er een grotere afzetmarkt en is het voor de afvalverwerker rendabel om te (blijven) recyclen. Alleen op die manier kunnen we naast het scheidingspercentage ook het recyclepercentage doen groeien.
Producent, consument, afvalverwerker: samen komen we er wel!
Uit onderzoek van de WUR*** blijkt dat de verpakkingsindustrie er de afgelopen vier jaar nauwelijks in is geslaagd de recyclebaarheid van verpakkingen te verbeteren. Maar laten we niet bij de (ver)pakken neerzitten. Er zijn ook goede ontwikkelingen. Grote supermarktketens introduceerden onlangs herbruikbare zakken voor groente en fruit. Er komen steeds meer bewegingen op gang van consumenten die zo min mogelijk plastic willen gebruiken. En ook het verpakkend bedrijfsleven zet de eerste stappen. Zo helpen sleeves (bedrukte wikkels die makkelijk verwijderd kunnen worden) de marketingafdeling tevreden te stellen, terwijl tegelijkertijd de recyclebaarheid van de verpakking verbeterd wordt. Machines van de afvalverwerker worden er vervolgens steeds beter in om verschillende soorten plastic te (onder)scheiden. Het belangrijkste is dat iedereen in de afvalketen, van ontwerper tot producent, consument en afvalverwerker, zijn steentje bijdraagt. Zo werken we langzaam naar zero waste, maar dan toch in ieder geval sneller naar minimumwaste.
Share on social media